Dier gevonden en wat nu?

Voordat u een dier gaat vangen, overleg dan met ons of met een lokale dierenambulance om te bekijken of het dier hulp nodig heeft. 

Welke dieren zijn hulpbehoevend? 

• Jonge tuinvogels die uit het nest zijn gevallen en niet teruggezet kunnen worden. Zwaluwen die tijdens warme dagen uit hun nest onder de dakpannen vallen, nooit terugzetten. Het nest is te warm.
• Gewonde dieren.
• Volwassen vogels die niet weg vliegen en een zwakke indruk maken.
• Egels die overdag wankelend rondlopen en/of languit liggen. Een egel overdag is niet altijd hulpbehoevend; zogende egels gaan overdag vaak op pad en ook jonge egels kun je overdag zien scharrelen. Als ze een gezonde indruk maken. hoef je hier niks mee te doen. 
• Konijnen met oogjes dicht die buiten het hol liggen of konijnen die zijn gepakt/opgegraven door een hond of kat. 
• Haasjes die op een gevaarlijke plek zitten of zijn gepakt door een hond of kat.
• Eekhoorns die uit het nest zijn gevallen
• Gierzwaluwen die op de grond liggen. Gierzwaluwen kunnen vanaf de grond niet meer in de lucht komen. Probeer eerst of hij van je hand wel genoeg hoogte kan maken, zo niet dan kun je deze het beste naar de opvang brengen. Gooi zwaluwen nooit in de lucht want als ze niet kunnen vliegen dan storten ze met hun kop op de grond.
• Jonge watervogels zonder ouders in de buurt. Wees voorzichtig met waterbadjes, want jonge watervogels zijn nog niet waterdicht en zullen onderkoeld raken of verdrinken. Weersta de verleiding om eendjes zelf groot te brengen, dit is wettelijk niet toegestaan en is ook niet goed voor de eendjes.  

Welke dieren zijn niet hulpbehoevend? 

• Hazen die alleen in het weiland zitten; hazen worden kant en klaar geboren en zitten stil in het hoge gras totdat de moeder weer langskomt. Dit gebeurt maar 1-2x per dag.
• Juveniele vogels die op de grond zitten en niet kunnen vliegen. Babies kunnen ook niet meteen lopen en vogels kunnen niet allemaal meteen vliegen. Kraaiachtigen en duiven zitten nog een tijdje op de grond tot ze goed kunnen vliegen. Eventueel kun je deze wel bijvoeren. Binnen een week zijn ze weg.
• Jonge duiven die uit het nest zijn gevallen. Duiven zijn slechte nestenmakers en denken dat 3 takjes genoeg zijn. Zie je jonge donzige duiven, pak dan een emmer en maak er wat gaatjes in. Vul de emmer met wat stro, zet de duiven erin en hang de emmer in de boom in de buurt van het nest. Duiven komen dan meestal gewoon weer terug om hun kroost te voeren.
• Een jong ree zonder moeder. Reeën wachten net als haasjes in het lange gras op hun moeder. De moeder is altijd in de buurt maar doet dit om roofdieren niet naar haar jong te leiden. Raak het dier niet aan en houd afstand. Is het jong al een tijdje hard aan het roepen, neem dan contact met ons op.

Voor andere situaties, bel ons voordat je actie onderneemt. 

Is een dier hulpbehoevend, probeer het dier dan te vangen met behulp van handschoenen, ovenwanten, een handdoek of een jas. Zet het dier op een krant of handdoek in een doos met wat luchtgaatjes. Geef vogels geen water of voedsel, dit kan in de luchtpijp terecht komen, en de vogel kan zich er in bevuilen of onderkoeld raken. Zorg bij jonge en ernstig verzwakte dieren voor een warmtebron bv een kruik of een waterfles met warm water. Zorg er vervolgens voor dat het dier zo snel mogelijk naar de opvang wordt gebracht. Heb je zelf geen mogelijkheid om het dier te brengen, bel dan je lokale dierenambulance. 

Buiten openingstijden kun je na telefonisch contact het dier in onze vogelkist zetten. Deze zijn te vinden links van het hek bij de tuinhuisjes. Wij halen ze daar dan zo snel mogelijk uit. 

Kijk op de contactpagina voor de openingstijden en overige contactgegevens.

Behandeling van de dieren

Wanneer een dier is binnengebracht, wordt deze grondig nagekeken door de beheerder of een ervaren kracht. Deze bekijkt welke zorg het dier nodig heeft en maakt een behandelplan op. Dit alles wordt gedaan onder begeleiding van een dierenarts.